10 tips voor mooiere foto’s met je smartphone

Twee weken geleden hebben we de Fairphone 4 opnieuw geïntroduceerd met veel verbeteringen aan de camera. Dankzij de snellere opnametijd, betere prestaties bij weinig licht en snellere autofocus lijkt het wel alsof je Fairphone 4 een gloednieuwe camera heeft gekregen. Je foto’s worden mooier, scherper en levensechter met meer contrast. En dankzij de verbeterde videostabilisatie en mogelijkheden voor 4K maak je supervloeiende video’s in Ultra HD. 

Maar met alleen de allerbeste hardware en software ben je er natuurlijk nog niet. We hebben onze fotografie-expert Jan Köhler om tips gevraagd waarmee jij nog mooiere plaatjes kunt schieten. Zoals hij zelf al zegt: sommige tips lijken misschien heel simpel, maar mag je zeker niet vergeten. Andere tips zijn misschien wat technischer, maar het is echt de moeite waard om je erin te verdiepen. 

Maak je lens schoon! We zeiden het toch? Soms is het heel simpel, maar hoe wil je anders razendscherpe plaatjes kunnen schieten? Het zal je verbazen hoeveel mensen dit vergeten en zich afvragen waarom hun foto’s wazig zijn …

Wil je onderweg snel foto’s maken? Wist je dat je in Android 13 de camera-app kunt openen door twee keer op de vingerafdruksensor te drukken? Zo ben je op tijd voordat het moment voorbij is. 

Verschillende instellingen voor verschillende gebruikers: Duik in de software en zoek uit welke verschillende instellingen de camera van je smartphone allemaal heeft. Op de Fairphone 4 zit bijvoorbeeld een Supernachtmodus voor goede foto’s bij weinig licht, zodat je scherpere details krijgt en minder last hebt van ruis. De High Pixel-modus kun je gebruiken voor indrukwekkende close-ups.

Stabiliteit is het sleutelwoord. Nog een basistip: Zorg dat de beeldstabilisatie is ingeschakeld tijdens het filmen. Want niemand wil toch zenuwachtig bibberende video’s of wazige foto’s? Bonustip: gebruik indien mogelijk een statief.  

Controleer je instellingen. Check in welke kwaliteit je foto’s maakt. Afhankelijk van het doel van je foto’s kun je de beeldverhouding aanpassen (kies bijvoorbeeld 9:16 of 4:3). Foto’s met een hoge resolutie zien er altijd mooier uit, zeker als je ze afdrukt. Maar een kleinere bestandsgrootte is natuurlijk weer prettig als je je foto’s wilt opslaan.   

Let op de belichting. De klassieke tip is om te zorgen dat de lichtbron zich achter de camera (en dus achter jou) bevindt. Zo wordt je onderwerp goed verlicht. Als je bijvoorbeeld tegen de zon in fotografeert, moet je camera kiezen tussen het belichten van je onderwerp of de achtergrond. Vaak krijg je dan een foto waarop je onderwerp helemaal omringd is door duisternis. Dus draai je om en schiet met de zon in je rug! Zo maak je de mooiste foto’s. Voor een kunstzinnig resultaat kun je natuurlijk juist spelen met de belichting. 

Focus! Tik op het scherm om scherp te stellen op je onderwerp. Vaak corrigeer je zo ook de belichting en breng je het beeld beter in balans, afhankelijk van wat het onderwerp van je foto is.

Een beetje hulp kan geen kwaad. Gebruik de rasterfunctie. Een raster helpt niet alleen om je foto’s waterpas te maken (met een rechte horizon), maar je kunt het ook goed gebruiken voor je compositie. Compositie is heel belangrijk, het is bijvoorbeeld de reden dat je zo lang kunt blijven kijken naar een schilderij van Da Vinci. Probeer het kader in tweeën te delen of maak bijvoorbeeld een Y-vorm in je kader. Zoek naar de zogenaamde ‘gulden snede’. Ik probeer het oog van een onderwerp altijd precies op de kruising van de twee lijnen rechtsboven te krijgen.

Auto is goed, pro is beter. Je camera-app is standaard al ingesteld om geweldige foto’s te maken, maar met de pro-modus kun je je fotografie-skills naar een heel ander niveau tillen. Wees niet bang om het eens te proberen. Op de Fairphone 4 en 5 zie je een live preview van de instellingen waar je mee speelt. Zo kun je ze aanpassen totdat je het gewenste resultaat ziet. ISO regelt de helderheid, maar het is meestal beter om je ISO zo laag mogelijk te houden. Want hoe hoger de ISO, hoe meer ruis je op je foto zult zien. De sluitertijd (S) bepaalt hoe snel je foto wordt gemaakt. Hoe langer de sluitertijd, hoe meer licht de camera opvangt. Hoewel dit handig is in situaties met weinig licht, krijg je mogelijk ook te maken met bewegingsonscherpte bij bewegende onderwerpen. EV bepaalt de belichting, waarmee je je foto helderder of donkerder kunt maken. Een lage EV komt van pas bij het schieten van stemmige plaatjes met donkere schaduwen. Met een hogere EV kun je heldere beelden met levendige kleuren creëren, maar pas dan wel op voor overbelichting. WB staat voor witbalans, waarmee je de toon van je foto’s kunt aanpassen van warm geel tot koud blauw. Het beste is om gewoon een beetje met de instellingen te spelen totdat je het gewenste resultaat ziet.

Oefening baart kunst. In de tijd van de analoge fotografie moest je heel goed nadenken over wat, wanneer en hoe je iets op de foto zette. Je rolletje was zo vol en foto’s ontwikkelen was kostbaar. Maar met mobiele fotografie heb je die zorgen niet meer. Je kunt dus gerust een beetje experimenteren, met de instellingen spelen en ontdekken wat jij handig en mooi vindt. Hoe meer je oefent, hoe beter je je camera leert kennen. En natuurlijk is fotografie iets heel persoonlijks, dus maak vooral foto’s zoals jij ze mooi vindt!